Bekijk meer informatie en nieuws
NIEUWS & INFORMATIE
Werkgever en de Arbowet
Op grond van de Arbowet dient de werkgever te zorgen voor een veilige en gezonde werkplek voor haar werknemers. De Arbo-wet is een raamwet; zodoende is niet alles uitputtend beschreven. In de Arbo-wet worden de NEN-normen niet genoemd. In de beleidsregels wel, deze hebben geen rechtskracht maar dienen tot aanbeveling.
Bij eventuele ongevallen moet de werkgever aan kunnen tonen dat hij toch voldaan heeft aan de zorgplicht. Het kunnen overleggen van een inspectierapport is meestal voldoende om de arbeidsinspectie hiervan te overtuigen. (normen worden gezien als erkende regels der techniek).
Toepassingsgebied van de NEN-norm
Toepassingsgebied van de NEN-EN-IEC 62305 en\of de NEN 1014.
De bliksembeveiligingsinstallatie beschermt gebouwen tegen de gevolgen van blikseminslag.
De uitwendige blikseminstallatie bestaat uit opvanginrichtingen (staven en pieken waar de bliksem moet inslaan), leidingen (voor het transporteren van de bliksemstroom) en aardingssystemen (voor de geleiding van de bliksemstroom naar de aarde). Deze installaties vangen blikseminslagen op en leiden de bliksemstroom naar de aarde af.
Inwendige blikseminstallaties zorgen als aanvulling op de uitwendige bliksembeveiliging, dat de invloed van de bliksemstroom op installaties en dus ook elektrische en elektronische apparaten in het gebouw beperkt wordt. Tevens wordt voorkomen dat gevaarlijke hoge spanningen ontstaan.
De NEN 1014 was tot 1 februari 2009 van toepassing op het ontwerpen, aanleggen en onderhouden van nieuwe en bestaande blikseminstallaties (uitwendig en inwendig) en is daarna vervangen door de Internationale norm NEN-EN-IEC 62305.
De norm beschrijft maatregelen om de gevolgen van blikseminslag zo veel mogelijk te beperken, rekening houdend met bouwkundige, esthetische en economische factoren.
De norm bevat:
– niet-technisch, algemene omschrijvingen en beschouwingen die noodzakelijk zijn om het technische gedeelte te kunnen hanteren.
– de technische regels voor het ontwerpen, aanleggen en onderhouden van blikseminstallaties
(waaronder de te gebruiken materialen en de montage),
– technische regels voor specifieke objecten.
Voor het nemen van maatregelen tegen blikseminslag moet veel aandacht besteed worden aan het bepalen van de noodzaak van de maatregelen. Bij de opslag van explosieve of brandgevaarlijke stoffen is het duidelijk dat maatregelen nodig zijn, maar er zijn ook objecten die maar een geringe kans op inslag hebben of maar weinig schade zullen ondervinden. Hierbij kunnen bijvoorbeeld financiële overwegingen meetellen. Ook psychologische factoren spelen een belangrijke rol: wie wil er tenslotte in de buurt zijn van een onbeveiligd object tijdens onweer?
De NEN norm geeft een methode om op basis van diverse factoren de noodzaak van bliksembeveiliging per object te bepalen.
Ook bij uitbreidingen of wijziging van objecten moet steeds opnieuw weer worden nagedacht over het nemen van maatregelen (ook van objecten in de buurt). Dit kan o.a. zijn bij het vernieuwen van dakbedekking, het plaatsen van materieel op daken en gevels, het uitbreiden van computersystemen enz.
Blikseminstallaties moeten volgens de NEN-normen geïnspecteerd worden bij oplevering, reparatie of wijziging van de installatie of van het beveiligde object. Tevens moet de installatie periodiek (om de 1 tot 5 jaar) gecontroleerd worden afhankelijk van het belang van beveiliging en de omstandigheden waarin het te beveiligen object zich bevindt.
De eisen aan de deskundigheid van degene die de inspectie uitvoert, de te inspecteren punten en documentatie van de inspectie worden beschreven in de NEN-normen.